Wel of geen extra villa op landgoed Elswoutshoek?

De gebroeders Slewe, eigenaren van het landgoed Elswoutshoek, hebben plannen om een nieuwe villa te bouwen op hun landgoed en verbinden dit plan aan het revalitiseren van het landgoed. Dit landgoed ligt buiten de bebouwde zone en binnen de Ecologische Hoofd Structuur. Een tweede woonhuis bouwen, want er staat er al één, druist in tegen de Provinciale Verordening alsmede tegen de Structuurvisie Bloemendaal 2011. Geheel terecht wijst het college van B&W het verzoek af en vraagt de raad om deze afwijzing te bekrachtigen. De PvdA, GroenLinks en het CDA zwichten voor de argumenten van het revitaliseringsplan, en willen meewerken aan de extra villa omdat ze het als wisselgeld zien voor het opknappen van het landgoed. De VVD laat zich geen ecologisch zand in de ogen strooien en houdt vast aan de hiërarchie van een landgoed waarop één hoofdhuis met bijgebouwen en tuinen zijn gesitueerd. De VVD wil het landgoed als geheel bewaren en kiest voor het “groen houden” van die plek. Lees hieronder verder voor een uitgebreide uitleg.

Al geruime tijd loopt er een verzoek voor een partiële herziening van het bestemmingsplan landelijk gebied waaronder het landgoed Elswoutshoek ressorteert. Het college van B&W adviseert de gemeenteraad om dit verzoek conform de geldende planologische regels af te wijzen.

De raad heeft een verzoek ontvangen om herziening van het bestemmingsplan Landelijk Gebied voor de bouw van een woning op landgoed Elswoutshoek. Het college van B&W stelt de raad voor dit verzoek af te wijzen. Tegen dit besluit kunnen de indieners van het verzoek vervolgens in beroep gaan bij de Raad van State. Het verzoek werd op 9 februari 2012 besproken in de commissie Grondgebied, waarbij alle voor- en nadelen werden afgewogen. De normale procedure is dat het vervolgens naar de gemeenteraad gaat om daar tot besluitvorming te komen. Helaas kon de commissie niet tot een unaniem positief advies voor de raad komen. De commissie is verdeeld, waarbij de PvdA, GroenLinks en het CDA er voor kozen om het bestemmingsplan wel te herzien, waardoor het voor de aanvragers mogelijk wordt om een tweede villa op het landgoed te gaan bouwen. De VVD, D66 en LB zijn hier op tegen en willen het bouwen van een extra villa op het landgoed conform het collegevoorstel niet toestaan.

Tijdens de commissievergadering werd uitgebreid gediscussieerd, waarbij het accent door de PvdA, GroenLinks en het CDA nadrukkelijk werd gelegd op de revitaliseringsplannen van het landgoed, waarbij ook het bouwen van een tweede villa hoort.

Dat het landgoed hersteld en gerevitaliseerd moet worden is evident, maar dat is niet wat aan de raad wordt gevraagd. De raad wordt gevraagd te besluiten over de bouw van een nieuwe woning in een landgoederenzone, die bovendien ook nog eens binnen de Ecologische Hoofd Structuur ligt en waar dus niet mag worden gebouwd.

Het college heeft de aanvraag uitgebreid getoetst aan de Provinciale Ruimtelijke Verordening, de Structuurvisie Bloemendaal 2011 en de nota Ruimtelijke Beoordeling en is zodoende tot het besluit gekomen om het bestemmingsplan niet te herzien.

1.  Allereerst de toetsing aan de Provinciale ruimtelijke verordening
De provincie zal goedkeuring onthouden omdat gemeentelijke bestemmingsplannen geen nieuwe woningbouw buiten de bestaande dorpskernen mag toestaan. Bovendien ligt het plangebied binnen de Ecologische Hoofd Structuur. Ontheffing zal vervolgens niet mogelijk zijn omdat nut en noodzaak aan de hand van provinciale woningbouwplannen en convenanten niet is aan te tonen. Om die reden zal de provincie het plan ook niet voorleggen aan de Adviescommissie Ruimtelijke Ordening.

Nut en noodzaak kunnen slechts worden aangetoond aan de hand van een regionaal woningbouwprogramma en daarmee een volkshuisvestelijk belang dient, of dat er geen mogelijkheden zijn om de woning binnen het Bestaand Bebouwd Gebied te realiseren.

2.   Het verzoek is ook strijdig met de uitgangspunten van de Structuurvisie Bloemendaal 2011 
Wij hebben onlangs als gemeenteraad de Structuurvisie Bloemendaal 2011 vastgesteld, waarmee wij ons verplichten beleid uit te voeren binnen de kaders en regels die wij zelf hebben vastgesteld. Indien wij bij de eerste de beste gelegenheid deze regels naast ons neerleggen, dan schep je niet alleen een precedent, waar projectontwikkelaars met genoegen kennis van zullen nemen, je voert tevens een inconsistent beleid. 

Onderstaand een paar passages uit de Structuurvisie.

“In de hele landgoederenzone wordt ingezet op het behouden van ruime groene villapercelen, met architectonisch hoogwaardige bebouwing in een cultuurhistorische setting. Het opdelen van landgoederen is vooral vanuit cultuurhistorisch en ecologisch opzicht onwenselijk. De eenheid van hoofdgebouw, bijgebouwen, tuin en landschap is een unieke kwaliteit die behouden moet blijven. Daarom wordt ingezet op het intact houden van de huidige grote groene landgoederen en percelen, zonder mogelijkheid tot versnippering of splitsing. Ook het toevoegen van nieuwe bebouwing op landgoederen leidt tot een verdere versnippering.”

In de structuurvisie staat verder, dat “de hiërarchie van de bebouwing op een landgoed centraal staat. Dat betekent één hoofdhuis met bijgebouwen en tuin en landschap. Een logische consequentie hiervan is dus dat er geen tweede hoofdhuis mag worden gebouwd.”

3.    Geen herstel van een historische situatie
In tegenstelling tot hetgeen in de revitaliseringsplannen wordt betoogd is er geen sprake van herstel van een historische situatie omdat op de gewenste plek nooit eerder een woonhuis heeft gestaan.

4.      Advies van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed
De aanvragers beroepen zich op het advies van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE)waarin de revitaliseringsplannen positief werden beoordeeld. Opgemerkt dient te worden dat de RCE niet gaat over de planologische verordeningen maar slechts haar visie geeft op uitvoeringsaspecten. De adviezen van de RCE zijn derhalve ondergeschikt aan de Provinciale Verordeningen en gemeentelijke Structuurvisie.   Het revitalisatieplan van de eigenaren juicht de VVD toe daar waar het gaat over kwaliteitsverbeteringen van het landgoed, maar daar past geen nieuw te bouwen woning in. Het argument dat zonder een extra nieuwbouwwoning beheer van het landgoed niet mogelijk is, wijst de VVD van de hand. Het opofferen van aanbouwen en het laten vervallen van de woonbestemming van de dienstwoningen aan de Elswoutlaan doet daar ook niets aan af.

De argumenten welke het college heeft aangewend om de aanvraag om herziening van het bestemmingsplan af te wijzen, zijn volgens de VVD-fractie objectief vastgesteld volgens de geldende verordeningen en beleidsstukken.

De PvdA, het CDA en GroenLinks interpreteren de algemene beschrijving van verordeningen en regels op eigen wijze, en wel zodanig dat het zonder extra woonhuis onmogelijk is om het landgoed te onderhouden. Zelfs stellen deze partijen dat ook de nieuw te bouwen villa sec bijdraagt aan de revitalisering van het landgoed, omdat het ecologisch en CO2-neutraal wordt gebouwd.

De VVD fractie begrijpt van deze partijen, dat zij alle drie voorstander zijn van het bouwen in natuurgebied.

Dat zelfs GroenLinks ook voor het bouwen in natuurgebied is, verbaast de VVD. Wij vragen ons af hoe GroenLinks deze veranderde visie aan haar kiezers kan uitleggen. Op dit punt is de VVD blijkbaar meer groengezind. De VVD is het dus eens met de voordracht van het college om het verzoek om herziening van het bestemmingsplan af te wijzen en geen medewerking te verlenen aan het bouwen van een nieuw woonhuis op de gewenste locatie. Ons standpunt inzake Elswoutshoek en andere landgoederen is onveranderd en helder vastgelegd in ons VVD-verkiezingsprogramma. Als VVD zijn wij geen voorstander van de bouw van nieuwe villa’s op landgoederen en potentiële splitsing van landgoederen.

Het VVD standpunt inzake de verlangde wijziging van het bestemmingsplan in relatie tot het integriteitsonderzoek
Begin februari, op 6 februari 2012 tijdens de reguliere fractievergadering, werd het dossier Elswoutshoek besproken. Tijdens dit overleg werd de positie bepaald die de VVD-fractie zal innemen inzake het collegevoorstel. Het voorstel werd zowel getoetst aan de beleidsuitgangspunten volgens het VVD- verkiezingsprogramma alsmede aan het vigerende bestemmingsplan en de Structuurvisie Bloemendaal 2011. In de navolgende commissievergadering was Hans Wiedeman woordvoerder op dit dossier, en afgesproken is dat dit zo zal blijven.

Communicatie met het VVD-bestuur
Inzake de recentelijk door gebroeders Slewe gevoerde e-mailcorrespondentie heeft het VVD-bestuur, in tegenstelling tot hetgeen de heer Rob Slewe heeft verklaard in zijn inspraakbeurt in de commissie bestuur en middelen, adequaat geantwoord.

Tot nu toe heeft het bestuur niet de indruk gekregen dat standpunten van de fractieleden voortkomen uit andere belangen dan VVD-politieke belangen. Het VVD- bestuur twijfelt niet aan de objectiviteit van de fractie in het dossier ‘Elswoutshoek’.

Wat wil de VVD met landgoederen?
De VVD is al jarenlang voor het behoud van de grote groene landgoederenzone en wil niet toestaan dat deze landgoederen gesplitst en verkaveld worden. De hiërarchie tussen het hoofdhuis en bijgebouwen zoals dienstwoningen, schuren en dergelijke moet in stand gehouden worden, en de bijgebouwen dienen functioneel te zijn voor het beheer en onderhoud van het landgoed. Het vitaliseren van landgoederen ten behoeve van kwaliteitsverbetering en handhaven van de cultuurhistorische waarden draagt de steun van de VVD, doch zonder extra bebouwing toe te voegen.

De omgang van de gemeente met de eigenaren van Elswoutshoek
Tijdens het voorgaande integriteitsonderzoek zijn aanwijzingen aan het licht gekomen waaruit blijkt dat de gemeentelijke dienstverlening onder druk is komen te staan. Ook de VVD-fractie wil niet dat dit een zuivere besluitvorming rond Elswoutshoek in de weg staat. De raad heeft op 29 maart 2012 het volgende besloten:

1  Een ad hoc onderzoekscommissie in te stellen die de besluitvorming en omgang van de gemeente met de eigenaren van Elswoutshoek (vice versa) onderzoekt.
2  Hiervoor de raadsleden mevrouw Jeltes (D66), mevrouw Wolf (PvdA) en de heer Schuring (VVD) te vragen dit onderzoek uit te voeren.
3  Het college verzoekt de benodigde ambtelijke ondersteuning voor dit onderzoek te verlenen.

Nadat de onderzoekscommissie haar conclusies heeft gerapporteerd zal de raad besluiten wanneer het verzoek tot partiële wijziging van het bestemmingsplan landelijk gebied in de raad zal worden behandeld.